In het vorige nummer van S&D schreef Jantine Kriens dat de PvdA meer moet samenwerken met lokale partijen. Lukas Burgering reageert en wil af van het valse onderscheid tussen landelijke en lokale partijen. De PvdA in de raad is net zo lokaal als partijen die zichzelf 'leefbaar' of 'gemeentebelangen' noemen.

Door: Lukas Burgering
Fractievoorzitter PvdA Stichtse Vecht

In het vorige nummer van S&D geeft oud-raadslid en -wethouder Jantine Kriens lessen mee aan nieuwe gemeenteraadsleden hoe zij het beste met ‘lokale’ partijen kunnen omgaan. Ze pleit voor een open houding richting collega-raadsleden, goed nadenken waar je zelf voor staat en wat je wilt doen. Ook adviseert ze om veel te praten met bewoners en waarschuwt ze niet te veel mee te gaan in framing en beeldvorming, maar oprecht en dicht bij jezelf te blijven.

Haar eigen ervaringen in Rotterdam zijn in dat verband interessant en leerzaam. Toch ben ik van mening dat zij voorbijgaat aan een politieke realiteit die buiten de grote steden heerst. Ik heb het dan niet over kneuterige dorpspolitiek, maar over de wijze waarop in kleinere gemeenten politieke partijen met en naast elkaar de gemeenten besturen. We moeten af van het kunstmatige gecreëerde onderscheid tussen ‘landelijke’ en ‘lokale’ partijen.

Beeldvorming
In de media wordt vaak ten onrechte het beeld van stal gehaald dat ‘lokale’ partijen beter geïnformeerd zijn over wat er in de gemeente en in de buurten speelt. Alsof vertegenwoordigers van ‘landelijke’ partijen van een andere planeet komen. Ook schrijft Jantine Kriens dat lokale partijen zich niet zelden onderscheiden dankzij hun ombudsfunctie en gaat daarbij mee in het mediabeeld van gewortelde lokale partijen en ontwortelde landelijke partijen. Ik zou daar graag het volgende tegenover willen stellen.

De PvdA in mijn gemeente Stichtse Vecht is een lokale partij. Alle kandidaten, het bestuur, alle leden wonen in Stichtse Vecht. Zij hebben allemaal een eigen netwerk in de gemeente en weten – net als de vertegenwoordigers van ‘lokale partijen’ – wat er leeft onder de inwoners. Onze ombudsman is lokaal goed bekend en speelt een belangrijke rol in het helpen van inwoners en het signaleren van issues die onze raadsleden vervolgens kunnen oppakken. In dat opzicht zijn wij niet te onderscheiden van een lokale partij. We hebben echter één groot pluspunt en dat is dat wij kunnen beschikken over hulptroepen: uitstekende ingangen in Den Haag of - als dat zo uitkomt - in de Provinciale Staten.

In de campagne vroeg een journalist mij of wij veel last hebben van de Haagse politiek. Toen ik uitlegde dat wij een ‘lokale partij met landelijke hulptroepen’ zijn keek ze me verbaasd aan. ‘Kunnen jullie dan zomaar zelf bepalen wat je doet, wat je schrijft, en wat er in het verkiezingsprogramma staat?’ Het beeld dat het landelijke partijbureau dicteert wat een lokaal raadslid wel en niet mag zeggen zit kennelijk diep en wordt in mijn ogen gevoed door in de media telkens onderscheid te maken tussen landelijke en lokale partijen.

Ik zie het zo: voor de Tweede Kamerverkiezingen stem ik altijd op een landelijke partij, in de gemeenteraad vertegenwoordig ik een lokale partij. Toevallig heten beide partijen hetzelfde en delen we een sociaal-democratische kijk op het leven. Die inhoudelijke verwantschap voel ik met partijleden uit heel Nederland, maar ik blijf volksvertegenwoordiger voor een lokale partij, namelijk de lokale PvdA.

De slinger van de klok
Enkele weken voor de verkiezingen vond een digitale bijeenkomst plaats van een groot aantal gemeentelijke lijsttrekkers van de PvdA. Na bevlogen woorden van partijvoorzitter Esther-Mirjam Sent en toenmalig partijleider Lilianne Ploumen kwam de vraag: ‘Wat kunnen wij voor je doen?’ Een flink aantal lijsttrekkers antwoordde: ‘Niks doms doen de komende weken!’ Dat illustreert mijn tweede punt, namelijk dat wij als lokale partij wel voordeel hebben van onze hulptroepen, maar dat er ook een nadeel is. Laten we dat nadeel ‘de slinger van de klok’ noemen.

Als de PvdA negatief in het nieuws komt door een fout of onhandigheid in Den Haag, dan kost dat stemmen in de gemeenten. Dit werkt ook andersom: vinden we de landelijke kopstukken van een bepaalde partij aardig of interessant, dan levert dat de lokale afdeling stemmen op, ongeacht hun eigen campagnes. En daar zit in mijn ogen een belangrijk verschil tussen lokale partijen zonder en lokale partijen met landelijke binding. Gaat de slinger van de klok landelijk een bepaalde kant op, dan houd je dat lokaal nauwelijks tegen.

Dit gegeven resulteert in twee opdrachten. Ten eerste moeten we de niet-bestaande kloof tussen de lokale PvdA en de lokale partijen zonder landelijke binding bestrijden. Gedraag je als een lokale partij en laat zien dat je lokaal geworteld bent. In alle bijdragen in de raad, alle gesprekken met journalisten en in alle contacten met inwoners laat je blijken dat je een lokale partij bent. Je legt desnoods uit dat je hulptroepen in Den Haag hebt. Zo dempen we het negatieve effect van de slinger van de klok zoveel we kunnen. Landelijke politici kunnen hierbij helpen. Zij zouden in alle media-contacten kunnen benadrukken dat de basis van de sociaal-democratie lokaal is. Dat de kracht van de PvdA de lokale geworteldheid is.

Jezelf een lokale partij noemen is één, jezelf als een lokale partij gedragen is twee. De andere opdracht is daarom, zoals Jantine Kriens ook al adviseerde: wees volksvertegenwoordiger. En daarbij mag je best over de schutting gluren om te kijken hoe lokale partijen het aanpakken. Soms zie je daar een te hoog gehalte aan cliëntelisme, maar zonder concrete dingen te doen voor inwoners bereik je ze nu eenmaal niet makkelijk. Verkiezingen worden niet gewonnen in de raadszaal, maar in de buurten en wijken. Ook hier kunnen landelijke politici helpen door lokale successen te benadrukken. Laat zien dat dankzij kennis van de lokale omstandigheden de lokale PvdA iets voor elkaar gebracht heeft.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.

S&D bestaat sinds 1939 en verschijnt zes keer per jaar. Oude nummer kunt u doorzoeken via het register (1939-2023) of op thema. De redactie bestaat uit: Paul de Beer, Arthur Berkhout, Nik de Boer, Meike Bokhorst, Wimar Bolhuis, Josette Daemen, Patricia Dinkela [eindredactie], Janneke Holman [eindredactie], Tim 'S Jongers, Ruud Koole, Annemarieke Nierop [hoofdredactie], Arjan Reurink, Vera Vrijmoeth en Bram van Welie.

S&D wordt uitgegeven door Van Gennep. Een los nummer kost € 17,50, en jaarabonnementen (vol tarief) € 84,50 (te bestellen via: info@vangennep-boeken.nl).

Een online abonnement kost € 2 per maand. U kunt zelf een account hiervoor aanmaken onder mijn S&D, of stuur een e-mail naar send@wbs.nl.

Oude nummers kunt u downloaden vanaf de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. Voor een overzicht van auteurs per nummer, raadpleegt u het register van S&D (1939-2023)

Inzenden kopij

De redactie van S&D verwelkomt kopij. Artikelen kunnen worden gemaild naar send@wbs.nl. Artikelen aanleveren in Word, bronvermelding in eindnoten (apa). Richtlijn aantal woorden: 2000-2500. Idealiter vormen artikelen in S&D een mix van wetenschap, politiek en essay. De redactie van S&D beslist over plaatsing van binnengekomen kopij. Ze beoordeelt daarbij op basis van de volgende criteria:
- een heldere opbouw en schrijfstijl (geen jargon) en duidelijke vraagstelling
- een goede onderbouwing van standpunten met argumenten, weging van de tegenargumenten en bronvermelding
- vernieuwing van de gedachtevorming binnen de sociaal-democratie
- toegevoegde waarde t.o.v. bestaande inzichten/onderzoeken
- politieke relevantie

Redactie

Redactieadres: Wiardi Beckman Stichting
Emmapark 12, 2595 ET Den Haag
Telefoon [070] 262 97 20
send@wbs.nl

Uitgever: Uitgeverij Van Gennep
Nieuwpoortkade 2a
1055 RX Amsterdam
info@vangennep-boeken.nl

Documenten