De participatie-samenleving is geen strovuur maar een veenbrand die teruggaat tot de jaren zeventig. Ging het maar weer eens over ‘demokratisering’.

Brandpunt van de Troonrede 2013 was de volgende zin: ‘Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgings-staat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.’ (Tekst na te lezen op de website van de rijksoverheid.)

Alle serieuze en ook alle minder serieuze media besteedden aandacht aan de introductie van deze nieuwe maatschappijvorm. Die massale belangstelling is in ieder geval geruststellend voor wie zich zorgen maakt over verplatting van het debat of van het publiek. Een volk dat voor sociologen zwicht, verliest in ieder geval niet meteen zijn verstand.

Of is de juiste term ‘participatiemaatschappij’? Premier Rutte, in zijn ook op de website van de Rijksoverheid na te lezen toelichting op de Troonrede: ‘Het begrip participatiemaatschappij, participatiesamenleving heeft niks te maken met inkomen. Want ook in de toekomst zal er een WW blijven bestaan, ook voor de mensen die deel uitmaken van de middenklasse. Ook in de toekomst zal er pensioen blijven bestaan, ook voor mensen die deel uitmaken van de middenklasse. En juist voor de mensen die dat nodig hebben houden we voorzieningen overeind, maar we zien tegelijkertijd in het land een trend en daarmee loopt Nederland voorop op de politiek, een trend waarin mensen steeds meer zaken die ze zelf organiseren ook zelf organiseren.’

Lees de rest van het artikel in de PDF.

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers