De culturele sector moest afgelopen jaar noodgedwongen op zoek naar nieuwe manieren om (online) publiek te bereiken. Als musea, podia en theaters straks weer opengaan kan die ervaring helpen om te innoveren en nieuw talent de ruimte te geven. Een voorwaarde is wel dat de cultuurbezuinigingen eindelijk worden teruggedraaid.

Door: Sjoerd Feitsma
Sjoerd Feitsma is directeur van Platform Arbeidsmarkt Culturele en Creatieve Toekomst (Platform ACCT)[1]

Gesloten theaters, musea en podia, geen festivals. De lockdown laat ondubbelzinnig zien wat we al wisten: de noodzaak om op te komen voor de culturele sector, de podia, musea, kunstenaars en andere creatievelingen, is groter dan ooit tevoren. En tegelijk, ook midden in deze crisis hebben kunstenaars en cultuurmakers troost en bezinning kunnen bieden aan de samenleving. Ze bewegen mee, of juist tegen. Pakken nieuwe uitdagingen op en manifesteren zich, zowel online als offline. Ze zijn het levende bewijs dat verandering mogelijk is. En dat verandering succesvol kan zijn. Ze zijn een inspiratie voor de toekomst en bieden daarmee precies wat ons land op dit moment nodig heeft.

De nood in Nederland, ook in de cultuursector, is hoog. Het kabinet trekt ongekende bedragen uit voor inkomenssteun aan werkenden, steunpakketten voor het bedrijfsleven en steun voor de culturele sector.[2] Deze tijdelijke steun in het kader van corona is van groot belang. Maar ook structureel moet er worden gewerkt aan de cultuursector die nog te weinig weerbaar en toekomstbestendig is, zoals in dit artikel wordt toegelicht.

Veerkracht
Het is een positief gegeven dat de culturele sector, ruim voordat corona de wereld in zijn greep kreeg, al volop in beweging was. En dat corona zorgde voor versnelling van deze beweging. De grote thema’s van onze tijd - zoals verduurzaming, diversiteit en toenemende ongelijkheid - zijn de afgelopen jaren steeds centraler komen te staan in artistiek werk. De sociaal-maatschappelijke rol van kunst en cultuur krijgt hiermee een grotere waardering, ook onder beleidsmakers en beslissers.

Er zijn veel voorbeelden van succesvolle beleidsinterventies te noemen, gevoed door kunstenaars en creatievelingen. Vorig jaar is met input van professionals uit de creatieve en culturele sector gewerkt aan de Monnie App, gericht op jongeren, met als doel het voorkomen van schulden.[3] Het project kreeg er een Dutch Design Award voor.

Aan de andere kant van de Noordzee werkt Frances Morris, directeur van Tate Britain, aan specifieke programmering voor lokale bezoekers, met als doel een afname van internationale reisbewegingen en minder afhankelijkheid van toerisme. Als gevolg hiervan werd de ecologische voetafdruk verkleind en is de instelling relevanter voor inwoners van de eigen regio geworden. Morris: ‘There is a moment to pause here, and to think have we got our priorities right in who we are addressing. And I think that the [Covid-19] crisis in relation to representation and inclusion, or exclusion as it seems, can only be addressed if we really look at the hyper local.’[4]

Namens de hele Nederlandse culturele en creatieve sector is in juni 2020 door een groep vertegenwoordigers uit het culturele en creatieve veld, met een knipoog naar de SER, de Sociaal Creatieve Raad opgericht. Vijftig betrokkenen proberen vanuit deze raad bij te dragen aan de toekomst van Nederland, met als subdoel dat de sector vanuit die raad met één stem spreekt.[5]

Weerbaarheid gering
De crisis is mogelijk een versneller van verandering, van een beweging van innovatie. De vraag is echter of de Nederlandse culturele sector stevig genoeg is om die veranderingen vorm te geven. Ondanks de structurele ophoging van de cultuurbegroting met € 80 mln[6] en de corona-steunmaatregelen, is de sector nooit helemaal hersteld van de golf van landelijke en lokale bezuinigingen in de periode 2008-2012: het aantal instellingen dat rechtstreeks door het Rijk wordt gesubsidieerd - de landelijke Basis Infra Structuur (BIS) - is afgenomen en ook de financiering van Rijksfondsen verminderde substantieel.[7]

Vanwege de bezuinigingen is destijds niet alleen fors gesneden in instellingen en producties, er heeft ook een verschuiving plaatsgevonden van arbeid in loondienst naar werken als zelfstandige of freelancer. Ruim 70% van de professionals in de creatieve en culturele sector werkt inmiddels als zelfstandige.[8] Dat is een ongekend aantal in vergelijking met andere sectoren én andere landen: het EU-gemiddelde in de sector is 32%.[9]

Arbeidsrechtelijke zekerheden en uurtarieven zijn als gevolg hiervan onder druk komen te staan. Hier komt bij dat gemeenten, met zo’n € 1,8 mrd per jaar veruit de grootste publieke financiers van cultuur, kampen met budgettekorten door de decentralisatie van onder andere de jeugdzorg. Ze zijn hierdoor, nog los van de nu nog onbekende financiële schade van de coronacrisis, steeds moeilijker in staat om culturele instellingen bij te staan.

Gevolgen corona
Veel instellingen hebben in de coronacrisis proactief gehandeld en het roer omgegooid. Ambities zijn bijgesteld en personeel werd ontslagen.[10] Specifiek bij theaters neemt vanwege de beperkte capaciteit in de zalen de druk op de programmering toe, terwijl bezoekersgedrag onzeker is. Want gaat het gemiddeld toch wat oudere publiek na de crisis massaal weer genieten van kunst en cultuur? Dat is maar de vraag.[11]

We zien dat als gevolg van deze ontwikkelingen culturele instellingen minder risico’s nemen in de programmering en daarmee bijvoorbeeld minder kansen bieden aan jong talent.[12] Hoewel de cijfers nog geen eenduidig antwoord geven, lijkt deze voorzichtige opstelling er onbedoeld ook voor te zorgen, dat de noodsteun van landelijke en lokale overheden deels ongebruikt op de plank blijft liggen.[13] Het aanvullen van reserves is een logische en verstandige keuze in onzekere tijden, maar de rekening van het niet inzetten van deze middelen komt wel ergens terecht. En hoewel uit een enquête onder leden van de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten blijkt dat een ruime meerderheid ervoor heeft gekozen om zelfstandigen door te betalen,[14] wat deze instellingen valt te prijzen, staan makers en zelfstandigen te vaak achter in de rij; met als gevolg een aanzienlijke daling van inkomsten.[15]

Er zijn daarnaast grote zorgen over de steunmiddelen van de rijksoverheid die via gemeenten bij de sector terecht zouden moeten komen: dit voor cultuur bedoelde geld zou door veel gemeenten gebruikt worden om andere financiële gaten te dichten.[16] Om dit enigszins voor te zijn publiceerde de VNG onlangs een gids met suggesties en aanknopingspunten voor ondersteuning van de sector door gemeenten.[17] Of alle gemeenten hier gehoor aan geven is echter allerminst zeker.

Denkrichtingen voor de toekomst
De kwetsbaarheid van de sector was voor corona al evident en juist daarom moet de sector de komende jaren wendbaar en weerbaar worden concludeerde de Raad voor Cultuur.[18] In diverse recente publicaties wordt uitvoerig stilgestaan bij verschillende toekomstscenario’s.[19] Zonder de pretentie te hebben uitputtend te zijn schets ik hieronder, aanvullend daarop, vier denkrichtingen voor de nabije toekomst.

1. Eerlijke prijs

Een eerlijke beloning voor makers en bedenkers van kunst en cultuur. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar is het lang niet altijd. Een goed begin is de door de sector zelf opgestelde Fair Practice Code. Deze code bestaat de facto uit vijf kernwaarden (solidariteit, transparantie, duurzaamheid, diversiteit en vertrouwen) die, gecombineerd, zorgen voor een eerlijker speelveld voor werkenden: ongeacht of ze in loondienst zijn of zelfstandige.[20] De afgelopen jaren is gewerkt aan meer bekendheid van de code en heeft de Raad voor Cultuur er in haar BIS-adviezen op aangedrongen om de toepassing van de code voorwaardelijk te maken bij het verlenen van subsidie.[21] Een goed begin, maar in de praktijk is het nog geen garantie gebleken, dat de gelden beschikbaar komen.[22]

Het kan wel: Rotterdam trekt extra geld uit voor cultuur en maakt daarmee een eerlijke beloning mogelijk.[23] Tot nu toe heeft dit goede voorbeeld voor zover bekend nog geen navolging gekregen. Dit komt waarschijnlijke door de financiële problemen bij gemeenten. Een voor de hand liggende kans om het thema eerlijke beloning, specifiek voor de creatieve en culturele sector, op te pakken dient zich aan bij de uitwerking van de adviezen van de commissie-Regulering van Werk (commissie-Borstlap). Borstlap concludeert dat de arbeidsmarkt op de schop moet, met daarbij bijzondere aandacht voor de rol en positie van zelfstandigen.[24] De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid kwam eerder al met soortgelijke adviezen.[25]

2. Kansen zien en kansen pakken: leve het internet

Er moet lering getrokken worden uit de (positieve) ervaringen die zijn opgedaan tijdens coronacrisis. Bij gebrek aan open podia of tentoonstellingsruimtes, is het afgelopen jaar in razend tempo en op allerlei manieren en plekken gebouwd aan nieuwe vormen van publieksbereik. Gedwongen door de crisis ging Wouter van Ransbeek, directeur van het Internationaal Theater Amsterdam (ITA), op zoek naar nieuwe manieren om publiek te bereiken. Met succes.

Het streamen van voorstellingen met aanvullend de mogelijkheid om on demand terug te kijken met Engelse ondertiteling zorgde voor nieuwe kijkers, van wie zo’n 20% uit het buitenland. Van Ransbeek: ‘Als wij streamen, kijken er fans mee in landen als China, Frankrijk en Argentinië. Dwars door de tijdverschillen heen. Het idee alleen al dat wij in de schouwburg op het Leidseplein staan te spelen en dat duizenden kilometers verderop, ergens in Peking, in een flat, iemand om drie uur ’s nachts in bed naar ons ligt te kijken – dat is wat theater doet: mensen laten samenkomen.’[26]

Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk door The Audience Agency laat zien dat digitale bezoekers niet per se dezelfde zijn als fysieke bezoekers. Britten met een migratieachtergrond blijken veel vaker bij online voorstellingen in te loggen dan Britten zonder migratieachtergrond. Drempels lijken te zijn verdwenen. Digitaal toegankelijke cultuur heeft dus niet alleen het publieksbereik doen groeien, het type bezoeker is ook nog eens verbreed.[27]

Een interessant gegeven, alleen al omdat zowel de sector zelf als haar financiers al jaren zoeken naar manieren om deze inclusiever te maken. Met ook aandacht voor verbreding en verdieping van het publiek.[28] De bevordering van diversiteit blijkt een stuk dichterbij te komen door de innovaties die de sector noodgedwongen heeft moeten oppakken.

Hetzelfde kan gezegd worden voor regionale betrokkenheid. Zoals al werd geconstateerd door de directeur van Tate Britain, kan juist dicht bij huis een nieuwe relevantie voor instellingen en makers gevonden worden. Lokale betrokkenheid zorgt voor meer commitment, zowel richting kunstenaar als instelling. Dit gegeven is onder meer terug te zien bij filantropie. Potentiële donateurs blijken zeer bereid om te investeren in de eigen, soms hyperlokale, omgeving. De duidelijke band met de maker en de regio vergroot de betalingsbereidheid.[29] Lokaal publiek blijkt elkaar bovendien, ook in tijden van social distancing, goed te vinden via sociale media.

Acteur en regisseur Fabian Jansen speelde hier ondernemend op in door online per livestream en snippets (korte fragmenten) via Instagram Live, aan te haken bij bestaande lokale netwerken van theaterliefhebbers: kijkers enthousiasmeerden elkaar om vooral te gaan kijken en de acteur te volgen. Met een substantieel aantal virtuele bezoekers als resultaat.[30]

Een stevige regionale betrokkenheid vraagt vanzelfsprekend ook om een landelijk bestel dat daar rekening mee houdt, op dit moment is dat niet het geval.[31] Betere aansluiting bij specifieke behoeftes van stad en regio is noodzakelijk om de sector toekomstbestendig te houden. In deze afstemming tussen landelijk en regionaal beleid ligt een schone taak voor met name regionale en lokale bestuurders.

3. De toegevoegde waarde van kunst en cultuur

Er moet breder gekeken worden dan de sector zelf. Zoals eerder aangegeven liggen er volop kansen buiten de culturele sector. Dat kunst en cultuur bijdragen aan de aantrekkelijkheid van steden en regio’s is genoegzaam bekend.[32] Verschillende voorbeelden uit de recente geschiedenis laten zien dat kunst en cultuur in positieve mate bijdraagt aan de (regionale) economie. De Franse stad Nantes bijvoorbeeld, was in de jaren tachtig feitelijk afgeschreven als economische regio. Een eigenwijze burgemeester en forse investeringen in de creatieve en culturele sector zorgden ervoor dat de stad nu na Parijs de populairste Franse stad is om te wonen en te werken.[33]

Dichter bij huis zien we een vergelijkbare casus: Leeuwarden. In 2018, het jaar dat Leeuwarden de titel Culturele Hoofdstad van Europa mocht voeren, vonden ruim vijf miljoen bezoeken plaats aan activiteiten in de Friese hoofdstad en de omliggende regio. Dit zorgde niet alleen voor een directe economische impuls van rond de € 300 mln, er werd ook nieuw publiek bereikt uit de eigen regio en de stad kreeg een facelift.[34]

Maar er is meer dan economie. Maatschappelijke thema’s zitten vaak op slot door gebrek aan perspectief en het ontbreken van een outsider view. Creatieve professionals laten meedenken met maatschappelijke thema’s kan zorgen voor een doorbraak.[35] Bijkomend voordeel is dat dit bredere werkveld voor aanvullende inkomsten voor die creatieve professional zorgt. En dat is broodnodig omdat de inkomsten in de sector zelf onder druk staan.

Een goed voorbeeld van een cross-over tussen kunst en cultuur aan de ene kant en sociaal-maatschappelijk beleid aan de andere kant is de regeling Age friendly cultural cities, van het Fonds Cultuurparticipatie. Gemeenten met concrete plannen konden van dit fonds een bijdrage krijgen om actieve cultuurparticipatie onder ouderen te stimuleren.[36] Deze aanpak resulteerde in tientallen concrete samenwerkingsverbanden tussen kunstenaars en beleidsmakers, onder andere met betrekking tot toegankelijkheid van kunst en cultuur voor mindervaliden.

Ook in de dagelijkse zorgpraktijk bieden kunst en cultuur uitkomst. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat theater en kunst kunnen bijdragen aan een waardig leven van patiënten met dementie.[37] En cultuurparticipatie kan ook een positief effect hebben op de ontwikkeling van probleemjongeren. Deelnemen aan culturele activiteiten draagt bij aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden, verbetering van het concentratievermogen en het opbouwen en onderhouden van een maatschappelijk netwerk.[38]

4. Voldoende (publieke) middelen.

Feit is, dat de eerder in dit artikel aangehaalde landelijke, provinciale en gemeentelijke bezuinigingen na de financiële crisis niet ongedaan zijn gemaakt. De sector is in omvang gekrompen, er zijn minder gezelschappen actief en als gevolg hiervan is er minder werk.[39] De oplossing is helder: de bezuinigingen uit het verleden moeten (geïndexeerd) worden teruggedraaid, rekening houdend met de uitgangspunten van de Fair Practice Code.

Dit geldt voor de rijksoverheid en lagere overheden: hoe moeilijk dat ook lijkt. In het verlengde hiervan moeten de corona-steunpakketten ten goede komen aan de sector als geheel en dus niet blijven hangen bij instellingen of door gemeenten worden aangewend om andere problemen op te lossen. Rijksgeld aan gemeenten en provincies, bestemd voor de sector, moet geoormerkt worden voor de sector. Alleen door alle middelen volledig in te zetten kan grotere schade aan de sector, inkomensverlies voor werkenden en verlies van talenten, worden voorkomen.

Wat nu?
De komende (regeer)periode moet worden gebruikt om positieve veranderingen te omarmen die in de kunst- en cultuursector al gaande waren voor de crisis. Daarnaast moet gebruikgemaakt worden van de innovaties die door nood en urgentie zijn ontstaan. Dit kan de samenleving als geheel veel opleveren. Als de overheid investeert in de sector dan kan de culturele sector zich ontwikkelen tot: een duurzame sector die creatieve oplossingen biedt voor maatschappelijke uitdagingen en een pijler vormt onder onze economie; een sociale sector die ervoor zorgt dat iedereen mee kan doen en meetelt; en een welvarende sector die eerlijk werk kan bieden aan creatieve denkers en doeners.

Het verbeteren van de vaak precaire financiële situatie van zelfstandigen is daarbij essentieel. Het is van belang om diversiteit in de breedst mogelijke zin van het woord als belangrijk criterium te nemen voor het cultuurbeleid. Het is belangrijk dat jonge talenten toekomst hebben in de sector, ongeacht achtergrond, kleur, gender of de regio waar zij wonen. En dit alles kan alleen maar slagen met een diverse culturele sector en divers cultureel publiek, als afspiegeling van de Nederlandse samenleving.

Is er in dit coronatijdperk en alles overziend dus sprake van een nieuwe kansen en mogelijkheden voor de culturele sector? Ik denk het. De crisis dwingt tot reflectie en verandering en de doelen, mogelijkheden en vormgeving van het cultuurbeleid opnieuw te formuleren. Aan de ene kant zijn er de nieuwe initiatieven en de door nood afgedwongen oplossingen die smaken naar meer. Je ervaart de meerwaarde voor de maatschappij als geheel. Je ziet, voelt en ruikt de veerkracht en ambitie van de sector en van de mensen die er werkzaam zijn. Nu de nieuwe regering nog.

Noten

  1. Doel van dit Platform is het blijvend versterken van de arbeidsmarkt van de culturele en creatieve sector en het verbeteren van de positie van werkenden daarin. Eerder was Sjoerd Feitsma ruim zes jaar wethouder in de gemeente Leeuwarden, met o.a. financiën, cultuur (inclusief Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa 2018) en sociaal domein in portefeuille.
  2. Zie onder andere Rijksoverheid.nl (2020, 28 augustus), Culturele sector krijgt extra ondersteuning.
  3. Voor meer informatie over dit project: www.projectidols.nl/monnieapp/.
  4. Akalawu, E. and Prosser, T. (producers), BBC Frontrow Daily (2020, 23 juni). Rethink the arts (audio podcast).
  5. Jaeger, T. (2020, 23 juni). Sociaal creatieve raad biedt kunstenaars aan als probleemoplosser. NRC Handelsblad.
  6. Ministerie van OCW, uitwerking kabinetsplannen 2017-2020 (2018, 12 maart), Cultuur in een open samenleving.
  7. Diverse publicaties, o.a.: Ministerie van OCW (2017, november), Cultuur in beeld 2017.
  8. Heyma, A., Van der Ven, K., e.a., SEO-economisch onderzoek (2018, januari). Karakteristieken en tarieven zzp’ers.
  9. Panteia/Vrije Universiteit Brussel, i.o.v. de Europese Commissie. (2020, 27 november). The status and working conditions of artists and cultural and creative professionals.
  10. O.a. Meershoek, P. (2020, 31 augustus). OBA moet 2,5 miljoen bezuinigen, gedwongen ontslagen niet uitgesloten. Het Parool; Stadsblog Suksawat.nl (2020, 31 juli). Directeur Neushoorn ontslaat zichzelf om poppodium te redden.
  11. Schipper, N. (2020, 9 augustus). We mogen weer naar het theater, maar storm loopt het niet. Trouw.
  12. Van Heuven, R., Van Rijn, R. (2020, 13 juni). De coronacrisis als ‘perfect storm’. Theaterkrant.
  13. O.a. Van ’t Haar, P. (2021, 5 februari). Harmonie draait winst in coronatijd, hoe kan dat? Leeuwarder Courant; Creatieve Coalitie/Kunstenbond. (2021, 8 maart). Corona poll van de creatieve coalitie en Kunstenbond, belangrijkste conclusies. NBF.nl.
  14. NAPK. (2020, 11 november). Meerderheid NAPK leden heeft met steunmaatregelen zzp’ers doorbetaald.
  15. O.a.: Niels, M., en Woerd, M., in opdracht van o.a. Kunsten’92 en Groen Links. (2020, juni). Survey on stage: een onderzoek naar de verborgen pijn van zzp’ers in de podiumkunsten.
  16. Diverse artikelen, o.a. Nu.nl (2021, 27 februari). Zorgen cultuursector om besteden coronasteun volgens onderzoek terecht; De Kleine, J. (2020, 25 februari). Oproep uit provincie: gemeenten die noodgeld aan iets anders besteden moeten aan de schandpaal. Tubantia.
  17. De complete gids is te raadplegen via: www.vng.nl/nieuws/ondersteuning-bij-uitvoering-coronacompensatie-cultuursector.
  18. Raad voor Cultuur. (2020, 16 november). Presentatie: naar een wendbare en weerbare culturele en creatieve sector.
  19. Diverse publicaties, o.a. Goudswaard, T. 2020, juni). Kunst en de coronacrisis: impact en toekomst. BoekmanstichtingVinkenburg, B. (2021, februari). Scenarioverkenning voor de cultuursector: instrument voor dialoog over handelingsperspectief na corona. Berenschot.
  20. De complete code is te raadplegen via: www.fairpracticecode.nl/nl/aan-de-slag.
  21. Raad voor Cultuur. (2020, 4 juni). Advies Culturele basis infrastructuur 2021-2024.
  22. Museumvereniging. (2020, 4 maart). Geen toezegging Minister van OCW voor eerlijke beloning museumsector.
  23. Van den Berg, S. (2020, 25 september). Rotterdam maakt extra geld vrij voor Fair Pay. Theaterkrant.
  24. Borstlap, H., e.a., Commissie Regulering van Werk (2020, 23 januari). In wat voor land willen wij werken.
  25. Engbersen, G.B.M., e.a. (2020, 15 januari). Het betere werk, de nieuwe maatschappelijke opdracht. WRR.
  26. Ockhuysen, R. (2021, 16 januari). ITA-directeur Van Ransbeek: ‘angst is eerder een groen dan een rood licht’. Het Parool.
  27. The Audience Agency. (2020, november). Covid-19 Cultural participation monitor.
  28. Tal, M. en Scholten, S. (2020, 24 september). Grondige herijking cultuurbeleid nodig. LKCA.
  29. Brouwer, L., Van den Dorpel, J., e.a. (2020, december). Leve het geven: een onderzoek naar particulier geven aan creatieve professionals. Stichting voor de Kunst en Van Dooren Advies.
  30. Reportage Omrop Fryslân TV (2020, 15 oktober). Acteur Fabian Jansen kruipt weer in de rol van Els; 5 dagen 24 uur lang te zien.
  31. Burghoorn, A. (2020, 20 augustus). ‘Teveel naar de Randstad, te weinig naar de regio.’ Verdeling kunstsubsidie leidt tot scheve gezichten. De Volkskrant.
  32. O.a. Florida, R., Hachette Book Group (2002), The rise of the creative class.
  33. Giesen, P. (2020, 17 september). Culturele klimaat maakt Nantes weer aantrekkelijk. De Volkskrant.
  34. Pama, G. (2019, 28 februari). Ruim 5 miljoen bezoeken voor Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad. NRC Handelsblad.
  35. Trienekens, S., LKCA/VNG e.a. (2016, november). Preventie, zelfregie en participatie met kunst en cultuur in het sociaal domein.
  36. Meer informatie over de regeling via: www.cultuurparticipatie.nl/subsidie-aanvragen/20/age-friendly-cultural-cities.
  37. Van Ditzhuijzen, J., e.a. (2018, januari). Wat werkt bij culturele interventies voor ouderen: hoe kunst kan bijdragen aan positieve gezondheid. Ministerie van VWS & Movisie.
  38. Delmeé, B., e.a. (2019, februari). Buitengewoon, over de betekenis van kunst en cultuur voor de veerkracht van jongeren. LKCA.
  39. O.a.: Van Oers, F. (2013, 16 september). Bezuinigingen van gemeenten op kunst en cultuur worden zichtbaar. CBS.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.

S&D bestaat sinds 1939 en verschijnt zes keer per jaar. Oude nummer kunt u doorzoeken via het register (1939-2023) of op thema. De redactie bestaat uit: Paul de Beer, Nik de Boer, Meike Bokhorst, Wimar Bolhuis, Josette Daemen, Patricia Dinkela [eindredactie], Janneke Holman [eindredactie], Tim 'S Jongers, Ruud Koole, Marijke Linthorst, Annemarieke Nierop [hoofdredactie], Arjan Reurink en Bram van Welie.

S&D wordt uitgegeven door Van Gennep. Een los nummer kost € 17,50, en jaarabonnementen (vol tarief) € 84,50 (te bestellen via: info@vangennep-boeken.nl).

Een online abonnement kost € 2 per maand. U kunt zelf een account hiervoor aanmaken onder mijn S&D, of stuur een e-mail naar send@wbs.nl.

Oude nummers kunt u downloaden vanaf de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. Voor een overzicht van auteurs per nummer, raadpleegt u het register van S&D (1939-2023)

Inzenden kopij

De redactie van S&D verwelkomt kopij. Artikelen kunnen worden gemaild naar send@wbs.nl. Artikelen aanleveren in Word, bronvermelding in eindnoten (apa). Richtlijn aantal woorden: 2000-2500. Idealiter vormen artikelen in S&D een mix van wetenschap, politiek en essay. De redactie van S&D beslist over plaatsing van binnengekomen kopij. Ze beoordeelt daarbij op basis van de volgende criteria:
- een heldere opbouw en schrijfstijl (geen jargon) en duidelijke vraagstelling
- een goede onderbouwing van standpunten met argumenten, weging van de tegenargumenten en bronvermelding
- vernieuwing van de gedachtevorming binnen de sociaal-democratie
- toegevoegde waarde t.o.v. bestaande inzichten/onderzoeken
- politieke relevantie

Redactie

Redactieadres: Wiardi Beckman Stichting
Emmapark 12, 2595 ET Den Haag
Telefoon [070] 262 97 20
send@wbs.nl

Uitgever: Uitgeverij Van Gennep
Nieuwpoortkade 2a
1055 RX Amsterdam
info@vangennep-boeken.nl

Documenten